Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

In Nederland geldt geen eis dat een overeenkomst (contract) op schrift moet worden vastgelegd, behalve bij een zeer beperkt aantal overeenkomsten. Daarom is het mogelijk om een overeenkomst te sluiten per e-mail. Ook de opzegging kan per e-mail gebeuren. Wel moet de elektronische verklaring dan aan een aantal bijzondere eisen voldoen.

Ook bij communicatie tussen burger en overheid kan e-mail als een rechtsgeldig medium worden gebruikt. Wel moet de ontvanger van de berichten vooraf hebben ingestemd met elektronische communicatie.

Inhoudsopgave

Overeenkomsten

In Nederland geldt dat een overeenkomst gesloten is als de ene partij een aanbod doet, waar de andere partij mee akkoord gaat. Hoe het aanbod of de aanvaarding daarvan gedaan worden, is in de meeste gevallen niet relevant.

Een uitgetypt en door beide partijen getekend contract is een manier, maar zeker niet de enige. Op een veiling geef je bijvoorbeeld met handopsteken aan dat je bereid bent het bedrag te betalen. Als de veilingmeester dan "eenmaal, andermaal, verkocht" zegt en met zijn hamer slaat, heb je het gekocht.

Wie dus een e-mail stuurt met daarin een koopopdracht, zit aan die overeenkomst vast. Dat geldt ook voor het drukken op een knop met "Bestelling plaatsen" er op trouwens. Zo'n overeenkomst is dan wel een koop op afstand en daar gelden bijzondere regels voor.

Overeenkomsten zijn trouwens niet alleen formele contracten zoals het afnemen van diensten, het kopen van producten of het huren van een huis of een kettingzaag. Juridisch gezien is elke afspraak tussen twee personen een overeenkomst. Iemand die een camera leent, sluit een overeenkomst met de eigenaar daarvan. Als hij dan later mailt "ik zal je de camera volgende week teruggeven", dan zit hij aan die afspraak vast. En die e-mail is daar bewijs van.

Schriftelijk

Bij sommige soorten contracten stelt de wet expliciet de eis dat deze schriftelijk vastgelegd moeten worden. Het achterliggende idee is dat deze soort overeenkomsten zo belangrijk zijn dat er extra garanties geboden moeten worden. Dergelijke contracten of handelingen konden tot voor kort dus niet per e-mail worden afgedaan. Het wetboek is op dit punt echter aangepast: e-mail wordt onder omstandigheden gezien als een "geschrift".

E-mail als geschrift

Het Burgerlijk Wetboek regelt in artikel 227a van boek 6 dat overeenkomst die schriftelijk gesloten moet worden, ook via een elektronisch document (zoals e-mail) afgehandeld mag worden als er aan vier eisen voldaan is.

  1. Raadpleegbaar door partijen: het moet door beide partijen gemakkelijk te lezen en te verwerken zijn. Een bestandsformaat gebruiken dat de wederpartij niet kan openen, maakt de overeenkomst ongeldig.
  2. Authenticiteit voldoende gewaarborgd: de overeenkomst moet niet makkelijk te manipuleren of te wijzigen zijn. Een optie om hieraan te voldoen, is de tekst te voorzien van een digitale handtekening van beide partijen.
  3. Dateerbaar: vaak is het belangrijk om te weten wanneer een overeenkomst is gesloten, bijvoorbeeld omdat hij na een zekere tijd vervalt. De datum moet af te leiden zijn uit het elektronische document.
  4. Partijen moeten identificeerbaar zijn: wie een overeenkomst sluit, moet wel kunnen weten met wie. Ook hier kan een digitale handtekening helpen, want deze zijn vaak via certificaten aan identiteiten gekoppeld. Andere manieren om de identiteit van partijen vast te kunnen stellen, mogen natuurlijk ook.

Ontbinding en opzegging

Artikel 267 van boek 6 bepaalt dat als een overeenkomst langs elektronische weg is gesloten, hij tevens door een elektronische verklaring kan worden ontbonden. Ook deze verklaring moet voldoen aan de hierboven genoemde eisen van raadpleegbaarheid, verifieerbaarheid en de identiteit van de partijen.

Veel elektronische dienstverleners zetten in hun algemene voorwaarden dat overeenkomsten (zoals abonnementen op telefonie of Internet) alleen schriftelijk kunnen worden opgezegd. In theorie kan zo'n overeenkomst dus ook per digitaal getekende e-mail worden opgezegd. In de praktijk is het wachten op de eerste klant die hierover naar de rechter stapt, zodat hier jurisprudentie over komt.

Uitzonderingen

Bij de volgende soorten overeenkomsten geldt het bovenstaande niet. Hierbij moet dus nog steeds een stuk papier worden gebruikt.

Verklaringen in e-mail

Nu kan in een e-mail een overeenkomst worden gesloten, maar er kan ook enkel eenzijdig iets worden verklaard. Bijvoorbeeld "ja het was mijn schuld dat je auto beschadigd is" of "ik heb je server gehackt". Een dergelijke verklaring in een e-mail kan dienen als bewijs bij de rechter. Het is geen dwingend bewijs in die zin dat de rechter het moet geloven. Maar je komt een heel eind, zeker als er een digitale handtekening op staat.

De Nederlandse rechter kijkt niet zwart-wit naar bewijs maar weegt bewijsmiddelen tegen elkaar af. Als er zo'n e-mail ligt en de wederpartij ontkent niet deze gestuurd te hebben, dan zal hij de auto wel beschadigd of de server gehackt hebben. Ontkent de wederpartij wel, dan moet de rechter inschatten wat geloofwaardiger is: de e-mail of de ontkenning.

E-mail met de overheid

Besluiten en beschikkingen van de overheid (bestuursorganen) moeten schriftelijk worden gegeven, zo bepaalt de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). Vaak zat noch de burger, noch de ambtenaar te wachten op stukken papier heen en weer. Vandaar dat sinds 2004 een bericht (zoals een beschikking, besluit of mededeling) van of naar de overheid ook elektronisch kan. Dit staat in artikel 2:13 en verder van de Awb. Een voorbeeld is de Aanvraag Vergunning elektronisch aangeven uitvoer, vervoer en invoer van de douane.

Wel moet de ontvanger van de berichten vooraf hebben ingestemd met elektronische communicatie. Gemeentes en andere instanties moeten dus expliciet aankondigen dat ze bijvoorbeeld bezwaarschriften elektronisch willen ontvangen, en op welk adres. Als dat niet gebeurt, moet het bericht nog steeds op papier worden ingediend.

Het omgekeerde geldt ook: de burger mag alleen elektronische communicatie van de overheid krijgen als hij dit vooraf heeft aangegeven. Logisch ook: hoe weet de overheid immers welk e-mail adres er bij welke burger hoort?

Als een bericht ondertekend moet worden, dan mag ook hier een digitale handtekening worden gebruikt (art. 2:16 Awb). Hierbij gelden dezelfde eisen als bij een digitale handtekening bij contracten.

Vervalsbaarheid

Natuurlijk kan een e-mail vervalst worden. Dit is eenvoudiger dan een handgetekend contract namaken. Maar dat betekent nog niet dat e-mail "dus" geen rechtsgeldige manier is om overeenkomsten te sluiten. Pas wanneer de ene partij betwist dat hij de e-mail heeft gestuurd, moet worden gekeken of de e-mail echt is.

Het hangt daarbij heel erg van de omstandigheden af of de rechter dit zal erkennen. Een algemene regel is niet te geven. Als in een e-mail wordt gerefereerd aan iets dat alleen de echte afzender kon weten, is het redelijk om te concluderen dat die e-mail echt is.

Als alle adresgegevens kloppen met eerdere berichten, dan lijkt het redelijk dat dit bericht van dezelfde persoon afkomstig is. Vervalsingen zijn vaak te herkennen aan het gebruik van andere mailservers. En als de wederpartij zegt dat hij wel een e-mail heeft gestuurd, maar niet met die inhoud, kan hij de echte inhoud overleggen (uit zijn "Verzonden" of "Sent mail" map).

Bij bestellingen kan gekeken worden naar het postadres waar de bestelling afgeleverd is, en naar de adresgegevens van de creditcard-houder. Als deze met elkaar kloppen, dan kan de rechter er ook van uit gaan dat de bestelling of bevestiging echt is. Een vervalser zal niet snel een bestelling uit andermans naam doen en die ook bij die ander laten afleveren. En zelfs als dat wel zo is, dan zal de ontvanger het product terugsturen. Wie dus de echtheid van de mail betwist maar wel het product houdt, staat niet sterk.

Virussen

Een bijzonder geval is een e-mail met een virus. Iemand kan een bestelling plaatsen of een andere overeenkomst aangaan met een mail waar per ongeluk een virus in terecht komt. Als de ontvanger nu een virusscanner gebruikt, is de kans groot dat die mail nooit in de mailbox van de ontvanger terechtkomt. Of wellicht komt de mail wel aan, maar zonder de bijlage waar nu net de bestelling in stond. Veel virussen infecteren immers Word-bestanden of andere bijlagen. Het is helaas nog onduidelijk of zo'n mail nu toch als ontvangen beschouwd moet worden.

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018